Ondanks (of misschien juist dankzij) de vroege en intensieve start was nog meer dan voldoende energie en enthousiasme over voor het middagprogramma, waarin de menselijke kant van gezond leven in een stedelijke omgeving volledige aandacht kreeg.
Data verzamelen niet moeilijk meer
Ton van Mil, directeur van de EBU, opende het middagprogramma met voorbeelden van de infrastructuur die gezond leven in de regio Utrecht mogelijk maakt en de data die daardoor beschikbaar komen: “Door sensoren in de stad komt de stad tot leven. De data vertellen wat er aan de hand is en er ontstaat een ecosysteem waarin we steeds meer grip willen en kunnen krijgen op energie, water, voedseltransport, maar ook mobiliteit en stressfactoren voor de inwoners zoals geluid, hitte en luchtkwaliteit”.
Living labs en nieuwe bouwstenen in ontwikkeling
Het laatste jaar zijn er in de regio veel aanpakken ontwikkeld. Stad Utrecht is bijvoorbeeld gestart met een aantal Living Labs; een schaalbaar proces dat van wijk naar wijk zich ontvouwt over de stad. Deze en ook andere aanpakken zullen data opleveren waar iets mee moet gebeuren, zodat het waarde krijgt voor de mensen die in de stedelijke regio aanwezig zijn. Er missen ook nog bouwstenen. Van Mil onthulde dat er de komende tijd twee nieuwe bouwstenen worden ontwikkeld: een die data van verschillende pilots op een geijkte manier aan elkaar kan verbinden en eendie het proces van dienstontwikkeling een extra financieel zetje geeft: het Healthy Urban Living accelerator fonds.